Een reflectie op vrouwendag door onze voorzitter Christien Duhoux-Rueb. 

Vrouwendag – anno 2017

 

Het land van koek en ei                            

Er was eens een land - ver weg en lang geleden – waar alles koek en ei was. De koek was niet meer dan het ei en het ei stond niet boven de koek. Ze vulden elkaar aan, hadden elk hun eigen waarde en konden zich met al hun talenten ontplooien. Dat stond zo beschreven in Het Grote Boek en daarom leek het iedereen ook logisch en zelfs goed. Het ei was wat veelzijdiger, omdat ze niet alleen gekookt, geklutst, gebakken, gepocheerd en geroerd kon worden, maar ook als bindmiddel dienst kon doen, maar de koek had ook nuttige toepassingen.

Maar op een dag besloot iemand – en vraag me niet wie, want dat is achteraf niet meer na te gaan  – dat eigenlijk de koek belangrijker was, want die stond niet voor niets als eerste genoemd. Dat leek iedereen toen ook wel weer logisch en zelfs goed, behalve misschien hier en daar een ei, dat zei dat ‘en’ toch eigenlijk betekent allebei, samen en naast elkaar. Maar wie luistert er nu naar een ei? Dat was andere koek!

 

Op 8 maart gedenken we dat ruim een eeuw geleden (in 1908) vrouwen in de Verenigde Staten staakten voor betere arbeidsomstandigheden in de textielindustrie met het motto ‘brood en rozen’. Ze wilden waardering voor hun werk en als blijk daarvan gelijke beloning voor gelijk werk. Dit was het officiële begin van vrouwen emancipatie. Uitgangspunt was: de ‘koek’  (en dat kan van alles zijn) moet eerlijk en gelijk verdeeld worden tussen mannen en vrouwen.

Daarna kwam het feminisme waarbij het ook nog eens om andere ‘koek’ ging. Er moest een andere manier van samenleven ontstaan waarin mensen gelijke kansen krijgen en waar talenten worden gewaardeerd om wat ze zijn, niet of ze bij mannen of vrouwen ‘horen’. Er was oog voor het feit dat mensen (vrouwen en mannen) worden gesocialiseerd, dat wil zeggen, dat er bepaalde dingen (gedrag, beroepsuitoefening enz.) van iemand worden verwacht op grond van geslacht.

Natuurlijk gaat dat niet alleen vrouwen aan. Natuurlijk gaat dat ook verder dan ‘ook ‘echte’ mannen mogen huilen’ en ‘een evenwichtiger verdeling in zorgtaken – hoewel dat al zou schelen. Het gaat erom dat je mag zijn wie je bent en dat dit ook door anderen wordt gerespecteerd. Natuurlijk blijven er ook altijd verschillen tussen mensen, maar die lopen lang niet altijd via de lijn man-vrouw en ook niet – als we het er toch over hebben – via huidskleur of seksuele geaardheid. Misschien zou het helpen als we elkaar gewoon als ‘mens’ beschouwen, ongeacht gender, huidskleur, seksuele voorkeur, godsdienst, opleiding, afkomst of wat dan ook. Dat is een win-win situatie, want er worden geen talenten meer verspild. Maar intussen is het nog steeds zo dat vrouwen vaak aan het kortste eind trekken en vaker in een armoede situatie terecht komen, waarbij ook huidskleur en afkomst een extra verzwarende rol kunnen spelen. Ook in 2017 moet de politiek daarvoor aandacht hebben en structureel gelijkwaardigheid in de breedste zin bevorderen. Kies dus met aandacht, ook op dit punt, want bij verkiezingen is elke stem evenveel waard. Misschien wordt het dan weer een land van koek en ei waarbij iedereen telt.